Warmtebedrijf Ede verzweeg import van niet gecertificeerd hout uit Schotland

vrijdag, 5 september 2025 (07:22) - Omroep Gelderland

In dit artikel:

In april 2022 liet Warmtebedrijf Ede (onderdeel van Energie voor Elkaar) meer dan 10.000 boomstammen per schip uit het vissersdorp Fraserburgh in het noorden van Schotland naar Nederland vervoeren. Het vrachtschip Eastern Virage vertrok op 22 april; twee dagen later werden de stammen in de haven van Moerdijk gelost, ter plaatse vermalen tot ongeveer 7.000 m3 houtsnippers en vervolgens in zo’n 75 vrachtwagenritten naar een opslagterrein bij Hall (Eerbeek) gebracht. Vanaf Hall zijn de snippers later naar biomassacentrales in Ede, Amersfoort en Almere gereden en daar verbrand om warme water en stoom voor verwarming te maken.

Omroep Gelderland ontdekte deze keten na een tip en kon het traject onderbouwen met een vrachtbrief en satellietbeelden. Dat stuitte op tegen de beweringen van Warmtebedrijf Ede: het bedrijf publiceert jaarlijks een duurzaamheidsverslag waarin staat dat hun hout uitsluitend binnen een straal van 150 kilometer rond Ede wordt ingekocht en dat alle leveranciers beschikken over het Better Biomass-certificaat. Die omschrijving bleek onjuist: de reis van Schotland naar Ede is hemelsbreed zo’n 800 kilometer en de tussenpersoon die de import regelde, Teredo uit Boxtel, blijkt geen Better Biomass‑certificaat te hebben. De eigenaar van Teredo zei telefonisch dat hij geen zin had in vragen over certificering en ontkende details te herinneren; hij stelde dat zijn rol vooral die van tussenpersoon was.

Het Better Biomass‑certificaat is cruciaal om te waarborgen dat biomassa duurzaam is geoogst (geen illegale kap, beheer en herplanting, geen gebruik van hout dat voor andere toepassingen geschikt is, en beperkt transport vanwege CO2-uitstoot). Eerder stelde certificeringsinstantie Normec QS al vast dat de opslaglocatie in Hall niet gecertificeerd was; destijds werd Warmtebedrijf Ede daarom door Normec beperkt in het mogen beweren dat alle gebruikte brandstof gecertificeerd was.

Na confrontatie met het onderzoek ontkende het warmtebedrijf aanvankelijk kennis van de Schotse import en wees op een medewerker van een dochteronderneming. Documenten tonen echter aan dat directeur Valentijn Klijenen persoonlijk akkoord gaf voor de aankoop. Uiteindelijk gaf het bedrijf toe dat er niet‑gecertificeerde biomassa was ingekocht en gebruikt, en erkende dat zonder certificaat duurzaamheid minder zeker aantoonbaar is. Het bedrijf zegt nu inkoopprocedures te hebben aangescherpt en sinds de aanscherping van het Better Biomass‑regime de herkomst op adres‑ en coördinatenniveau vast te leggen.

De zaak roept fundamentele vragen op over de betrouwbaarheid van duurzaamheidsclaims en de controle op biomassa‑ketens: hout uit Schotland dat niet in het duurzaamheidsverslag stond, een tussenhandelaar zonder certificaat en medewerkers die aangeven niet exact te weten waar bomen stonden, maken het onduidelijk in hoeverre andere ingebrachte houtstromen gecertificeerd en duurzaam zijn.