Rüdiger Rehm spreekt zich uit: 'Of spelers keren terug, of we krijgen geld'
In dit artikel:
Rüdiger Rehm leeft in bijzondere tijden bij Vitesse nadat het Gerechtshof op 3 september de club in het gelijk stelde. De Arnhemse trainer zegt dat hij bewust heeft gewacht op die juridische uitkomst en is opgelucht dat de zaak nog een kans kreeg; hij merkt op dat in de rechtszaal vragen werden gesteld waar de KNVB eerder geen antwoord op gaf. Tegelijk blijft zijn aandacht bij het voetbal: komende vrijdag reist Vitesse naar Wijdewormer voor de wedstrijd tegen Jong AZ met de ambitie om te winnen en niet enkel schade te beperken.
Rehm benadrukt dat er op dit moment vrijwel geen spelers meer onder contract staan omdat velen de club verlieten in de onrust rond de licentie. Hij bouwt voortaan op acht spelers die de hele voorbereiding meemaakten: Marcus Steffen, Alexander Büttner, Valon Zumberi, Moustafa Moustafa, Mathijs Marschalk, Dillon Hoogewerf, Ricardo Schwarz en Adam Tahaui. Met hen wil hij een professionele, strijdlustige ploeg neerzetten die hoog druk zet en verzorgd voetbal speelt.
Belangrijk knelpunt is de personele en financiële situatie: Rehm dringt erop aan dat vertrokken spelers óf terugkeren óf dat Vitesse een vergoeding krijgt. Volgens hem bestaat er een verplichte opleidingsvergoeding voor sommige van die spelers; een financiële vergoeding zou ruimte scheppen voor nieuwe aankopen. Hij wacht zowel op een besluit van de KNVB als op keuzes van de spelers, en maakt plannen voor beide scenario’s.
Verder ziet Rehm reden voor optimisme: nieuw management, veel talent in de academie en sterke supportersbetrokkenheid — seizoenkaarten naderen de 12.000. Hij vergelijkt de aanhang met trouwe Duitse clubs als Schalke 04 en Kaiserslautern: ongeacht de situatie blijven fans komen, wat volgens hem cruciaal is voor de ontwikkeling van de jonge selectie.