Den Haag grijpt niet in bij Duitse windmolens langs de Gelderse grens
In dit artikel:
Bewoners in de grensstreek van Gelderland en Limburg maken zich al geruime tijd zorgen over de aanleg van grote windturbines net over de Duitse grens, onder meer bij de Achterhoek en Groesbeek. Hun bezwaren betreffen mogelijke effecten op natuur, gezondheid, economie, woningwaardes en het landschap. Naar aanleiding van berichtgeving stelde D66-Tweede Kamerlid Ilana Rooderkerk vragen aan minister Mona Keijzer.
Keijzer antwoordt dat het kabinet niet van plan is in te grijpen. Zij legt uit dat de zorg over lokale fysieke leefomgeving primair bij provincies en gemeenten ligt (hier: Gelderland en Limburg) en dat het Rijk alleen optreedt bij aantoonbaar nationaal belang of internationale verplichtingen. Zolang Europese en andere internationale regels worden nageleefd, ziet het ministerie geen grond om actie te ondernemen. De beoordeling van mogelijke effecten en de vergunningverlening voor windparken is volgens haar taak van het bevoegde Duitse gezag; Nederland kan beslissingen over projecten op Duits grondgebied niet tegenhouden. Wel bestaat er overleg en zijn er mogelijkheden voor inspraak en beroep binnen bestaande kaders. Het ministerie ziet geen aanleiding om specifiek contact op te nemen met Duitse autoriteiten, maar houdt via gebruikelijke overlegstructuren contact.
Rooderkerk noemt het besluit van de minister teleurstellend en roept op tot betere afstemming met het oog op de zorgen van bewoners. Voor bewoners betekent dit dat provincies, gemeenten of juridische procedures in Duitsland de meest directe routes zijn om invloed uit te oefenen; ook internationale instrumenten zoals grensoverschrijdende milieueffectprocedures kunnen relevant zijn.