Gehandicapte kinderen spelen vaker alleen in de speeltuin
In dit artikel:
Minstens een op de drie kinderen met een beperking bezoekt nooit een speelplek in de eigen buurt; van degenen die dat wél doen speelt een kwart er vaak alleen. Volgens Gerritse zouden gemeenten moeten zorgen voor toegankelijke speelplekken waar elk kind zich welkom voelt en samen met leeftijdsgenootjes kan spelen — aangepaste speelplekken zijn vaak onzichtbaar, maar kunnen echt meedoen mogelijk maken.
Culemborg heeft sinds ruim een jaar zo’n inclusieve speeltuin achter Brede School Oost. Daar wijst de 13‑jarige Kirsty, die een visuele beperking heeft, op praktische aanpassingen die helpen: felgekleurde (gele) tegels voor meer contrast, een oranje draaimolen die beter zichtbaar is en een speciale schommel met stoel voor kinderen in een rolstoel. Kirsty speelt vanzelfsprekend met kinderen zonder beperking en benadrukt: "Kinderen met en zonder beperking moeten ook samen kunnen spelen."
Landelijk hebben 187 gemeenten minstens één aangepaste speelplek ingericht; 155 gemeenten nog niet. De voorbeelden in Culemborg illustreren hoe relatief eenvoudige aanpassingen sociale deelname en veiligheid bevorderen, en waarom meer gemeenten dit soort voorzieningen nodig hebben om uitsluiting van kinderen met een beperking tegen te gaan.